Mijn hele leven al twijfel ik over van alles. Zal ik mijn laarzen aan doen of gewone schoenen, een rok of een broek, spruitjes eten of boerenkool, wil ik nu actrice of journalist worden, of toch kok? Wil ik op vakantie naar Schotland of toch liever naar Oostenrijk, een huis kopen of huren, een nieuwe auto kopen of tweedehands, een boek schrijven of een gedicht, wandelen of hardlopen, de fiets nemen naar de stad of de auto, gaan zonnen of iets nuttigs doen, een paperclip gebruiken of een nietje, schrijven of typen, contant betalen of pinnen, of toch niets kopen, vertelt de wetenschapper bij dwdd nu de waarheid of niet, wat is waarheid eigenlijk, bestaat God nu wel of niet, en zal ik dit blog afschrijven of zo meteen maar weer deleten? Om moe van te worden. En dan heb ik alleen de dingen opgeschreven waar ik over twijfel. Niet eens alle gedachten die daar dan nog bij komen kijken. Bijvoorbeeld de fiets of de auto nemen naar de stad. Als ik op de fiets ga bespaar ik benzine, ontzie ik het milieu, ben ik in beweging en hoef ik niet een eeuwigheid te zoeken naar een parkeerplaats, hoef ik niet te betalen voor een parkeerplaats en ik ben ook nog eens sneller omdat ik de binnendoor weggetjes kan nemen. Makkelijke keuze zou je zeggen. Maar met de auto blijf ik droog, kan ik veel meer meenemen en ook gelijk voor een week boodschappen doen bij de supermarkt. Ik kan ook meteen naar een andere plaats rijden als ze in de stad niet hebben wat ik zoek. En het allerbelangrijkste; ik heb een hekel aan fietsen. De auto dus (en ja, ik weet het, de fiets is beter).

download
Descartes

In de filosofie wordt ook veelvuldig getwijfeld. En dan vooral aan de betrouwbaarheid van onze kennis. Een goed voorbeeld is René Descartes (1596-1650). Met hem gaat het begrip ‘twijfel’ een centrale rol spelen binnen de filosofie. In zijn filosofie legt hij de nadruk op het verstand, de ratio. Omdat dit in zijn tijd nieuw was wordt hij beschouwd als de grondlegger van het moderne rationalisme. Tot dan toe werd de filosofie van Aristoteles, empirisch onderzoek, gebruikt om de grondslagen van de natuurwetenschap te funderen. De natuurwetenschappen waren echter sterk veranderd sinds de tijd van Aristoteles.
Descartes wilde een nieuwe filosofische fundering ontwikkelen die beter aansloot bij de nieuwe ontwikkelingen binnen de natuurwetenschappen. Hij zag het ontwikkelen van deze nieuwe filosofie gebaseerd op de ratio als een hem door God opgelegde taak. Daar waren de Christenen het niet mee eens. De Christelijke leer was verweven met het Aristotelisme. Descartes ging tegen dat Aristotelisme in en daarom werd zijn werk door de Katholieke kerk verboden.
Descartes ontwikkelt een nieuwe rationele methode, de methodische twijfel, geïnspireerd door de wiskunde, om tot zekere kennis te komen. Descartes gaat doelbewust aan alles wat hij denkt zeker te weten twijfelen. Alle kennis die hij in de loop der jaren heeft opgedaan onderwerpt hij aan die twijfel. De bronnen van kennis zijn volgens hem de zintuigen, het verstand en de verbeeldingskracht. Alle kennis die via die bronnen binnen komt gaat hij ‘betwijfelen’. Door dit te doen wil hij er achter komen of er iets absoluut onbetwijfelbaars bestaat, of er iets overblijft dat absoluut waar is. Hij komt uiteindelijk tot de (eerste) conclusie dat, zelfs als je lichaam niet echt zou zijn en dat de wereld niet zou bestaan, je wel denkt, ‘Ik denk, dus ik besta.’ Dat je in dat geval je lichaam en de wereld dus bedenkt.
Descartes wordt, zoals eerder al gezegd, gezien als de grondlegger van het moderne rationalisme. Hij heeft veel invloed gehad op latere denkers zoals Spinoza en Leibniz. Maar er ontstond ook een tegenbeweging van empiristen die het niet met Descartes eens waren dat kennis gebaseerd kan zijn op denken alleen. Zij zijn van mening dat kennis voorkomt uit de ervaring.
Mij doet de gedachte, dat je verstand de wereld en je lichaam bedenkt, denken aan de filmserie ‘The Matrix’. Daarin leven mensen niet in een echte wereld, maar wordt de wereld gesimuleerd door machines waar aan die mensen gekoppeld zijn. De mensen zelf hebben niet door dat ze in een gesimuleerde samenleving wonen. Zij denken dat alles wat ze meemaken echt gebeurd. Toen ik het eerste deel van ‘The Matrix’ gezien had, ging ik ook weer nadenken over de wereld waarin we leven. Ik ging zelfs twijfelen aan het bestaan van deze wereld. Want met mijn verbeeldingskracht is niets mis. Dus ik zag het al helemaal voor me. Rijen mensen gekoppeld aan computers die gevoed worden door slangetjes en verzorgd door robots. Best mogelijk, dacht ik. Eng!

Twijfelen is niet verkeerd. Het is goed om niet alles voor waar aan te nemen. Je zelf eerst ergens in verdiepen voordat je je er een mening over vormt is heel verstandig denk ik.
Er is ook wel een verschil tussen de dingen waarover je twijfelt. Twijfelen over of je de trap zult nemen of de lift is van een andere orde als twijfelen over de vraag of God wel of niet bestaat. Ik heb wel bewondering voor Descartes. Zijn twijfel zet je hele wereld op zijn kop. Dat lijkt me heel eng. Dat heb ik dus ook nog nooit gedaan. Ik ben ook wat praktischer ingesteld. Als ik mijn hoofd stoot tegen de deur ga ik er maar vanuit dat die deur er ook echt is. Ik heb een blauwe plek als bewijs!